De socialisatie begint al vanaf de geboorte maar de belangrijkste periode is van drie tot twaalf weken voor de sociale ontwikkeling. In deze periode moet hij leren dat alles in en om hem heen als normaal moet gaan beschouwen. Ze leren in deze fase het snelst. De hond moet zich veilig voelen en vooral zelfvertrouwen krijgen. We vinden het als fokker belangrijk om in goed overleg met de nieuwe eigenaren te werken aan de socialisatie. Het is belangrijk dat het hondje leuke ervaringen heeft in de contacten met mensen, kinderen en dieren . Laat hem wennen aan zoveel mogelijk geluiden. Verwikkeld de pup in de begroeting van gasten, haal kinderen en andere honden in huis of neem hem mee naar het park waar andere mensen en dieren komen. In de periode van 3 tot 6 maanden maakt de nieuwsgierigheid van de pup plaats voor angst. Het slechtste wat je kunt doen is de pup in bescherming nemen als hij angstig is of vluchtgedrag vertoont. Blijf te allen tijde de roedelleider. Leer hem zijn angst op
Uit een oogpunt van een ervaringsdeskundige. We onderscheiden eerst de oorsprong daar waar ze de kudde bewaken . Langzamerhand zijn er verschillende type aan het ontstaan. De kenmerken blijven hetzelfde maar hoe ze zich gedragen is anders. Het zijn honden die bewaken en verdedigen. Ze zullen dus van nature een karakter vertonen wat daar bij hoort. . Hoe de ouders leven speelt een belangrijke rol. Het gedrag erft namelijk over. Hierbij spelen de omgevingsfactoren en het milieu een belangrijke rol. De pups die geboren worden uit de ouderdieren zullen gedrag vertonen die volgens de allelen van de ouders zijn vererft. Het oorspronkelijke karakter zullen wel dus altijd terug zien. Het is genetisch gezien een vijfde deel wat door de genen wordt bepaalt. Een waakhond heeft een instinct om te waken en een jachthond om te jagen. De allelen die overerven zijn dus 20%. . Het milieu en de omgevingsfactoren zijn vaak de oorzaak van ongewenst gedrag. Het is genetisch gezien zo dat vier vijfde de